Dinsdag 21 december eindelijk even ijsvrij voor Pieter Jansen en Abe Versloot. Even weg van de Apeldoornse baan en alle besognes. Samen met Herman Klein en Ruud van Espen stappen beide heren al vroeg in de auto naar het noorden.
Onderweg ligt een wereld te kijk als een kerstplaat. Geen wind, dus de bomen, de struiken, de daken, alles draagt sneeuw op de takken en pannen. De rit naar het noorden lijkt op een reis door uit een kerstverhaal, met als titel ‘Een echte Hollandse winter’.
Opgewonden ten slotte de auto geparkeerd aan de Blauwehandseweg, halverwege tussen Zwartsluits en Giethoorn, want aan weerskanten op de meren zijn ineens niet alleen schaatsers te zien, mannen en vrouwen in korte treintjes achter elkaar. Er blijkt ook een heuse ijsbaan geveegd. Een ijsbaan die kilometers ver gaat en nauwelijks scheuren vertoond. Voor de technische rijders een feest om op te schaatsen. De heren vliegen vooruit, over de Belterwijde om te beginnen. Daarna de beschermers even onder om de Veneweg over te steken, en voort gaat het nu over de Beulakerwijde, met links de stompe toren van St. Jansklooster in zicht, die de heren pas na het ronden van de volledige Beulakerweide bereiken.
Onderweg worden voor de thuisblijvers wat foto’s gemaakt bij een bruggetje over een doodlopend stuk van de route, die deel uit blijkt te maken van de Wiedetocht die de volgende dag zal worden verreden. Een compliment aan de plaatselijke ijsclubs: er lag een fantastische baan! Hoed af voor de ijsverenigingen! We hebben er zeventig kilometer volop van kunnen genieten. ‘s Avonds heeft Ruud van Espen, op een al even fantastische ijsbaan in Apeldoorn, op stompe schaatsen en met pap in de benen, nog les gegeven aan een groepje al wat oudere Apeldoorners die het schaatsen graag willen leren. Met pap in de benen weliswaar, maar met het hoofd nog steeds in de wolken.
Schaatsen? Stel dat er iets veel lekkerders zou worden uitgevonden, dan blijven we het schaatsen erbij doen. Dat vinden Pieter Jansen, Abe Versloot, Herman Klein en ik.